Grafstenen
In de oudheid werden buiten de steden hele straten met grafstenen aangelegd. Hier werden rond een tempel of een monument grafstenen neergezet. De christenen namen dit gebruik over. Zij bouwden grafmonumenten en stenen sarcofagen voor de poorten van de stad. Later ontwikkelde zich de traditie om geestelijken en de adel onder vloer van de kerken, kapellen en kruisgangen te begraven. De graven werden gesloten met grafstenen, die waren voorzien van inscripties en reliëfs. Toen de vloer van de kerken niet meer voldoende ruimte boden, werden de grafstenen aan de muren en zuilen bevestigd. Andere gemeenteleden werden op het kerkhof begraven. Hier werden ook grafstenen neergezet. Deze werden vaak ook aan de kerkmuren bevestigd. Sinds de 18e eeuw zijn de rechtopstaande stèles gebruikelijk.
Een graf is een heel persoonlijke plek om te herinneren. Wij bieden daarom geen kant- en klare grafstenen aan. Onze steenhouwers krijgen van ons voorbewerkte stenen voor het maken van een persoonlijk monument.