Nationaal Theater Oslo
Al aan het eind van de jaren 70 van de 19e eeuw begint men met het plannen van een nieuw theatergebouw. Dit moet het oude Christiania Theater vervangen. Een speciaal hiervoor uitgeschreven architectuurwedstrijd levert 14 ontwerpen op. Geen van de ontwerpen is volgens de jury helemaal tevredenstellend.
Na enkele wijzigingen wordt het voorstel van de destijds nog maar 27-jarige architect Henrik Bull aangenomen. Bull had in Berlijn zijn studie afgesloten. De eerste schop wordt in november 1891 in de grond gestoken. Vanwege voortdurende financieringsproblemen en de ingewikkelde funderingswerkzaamheden in het moerassige gebied is het nieuwe gebouw aan de Studenterlunden pas in 1899 voltooid.
Bulls ontwerp oriënteert zich aan de destijds gebruikelijke Duitse theaterarchitectuur. Hij combineert elementen van de Jugendstil, het Berlijns classicisme en de neo-rococo. Voor het theater bevinden zich vanaf de opening twee standbeelden van de toneelschrijvers Bjørnstjerne Bjørnson en Henrik Ibsen. Ze staan op opeengestapelde, cirkelvormige fundamenten die de bevolking van Oslo spottend “kaaspilaren” noemt. Aan de noordkant is sinds 1939 het Holberg-standbeeld van de beeldhouwer Dyre Vaa te zien. Naast Holberg staan twee van zijn bekendste toneelfiguren, het aan de Commedia dell'arte ontleende bijdehante bediendenpaar Henrik en Pernille.